Maria
Een gedicht van uw Pastoraal werkster Giny v.d. Korput
Moeder zijn,
een schreiend hoopje mens in je armen,
dag en nacht, zorgend nabij.
Trots bij ’t eerste tandje, leren lachen, lopen, praten.
Een traan bij de schoolpoort.
Knutselwerkjes vertederend bewaren.
Trots op de communicant.
Huiswerk begeleiden, vriendjes ontvangen,
Tiener in de gaten houden.
Uren aftellen in de nacht, wakend tot de klik in het voordeurslot.
Verliefdheid koesteren, teleurstellingen troosten.
Ware liefde zegenen.
Weemoedig op het huwelijksfeest.
Luisterend oor, waakzaam hart.
Brood op de tafel, wijn in het glas.
Veilige haven, altijd bereikbaar.
Warme toevlucht, altijd te vinden.
Want even stilstaan bij moeilijke momenten werkt ook genezend:
het helpt ons in het verwerkingsproces ervan.
Moeder zijn
is een stukje van de schepping in je handen krijgen,
is het wondere begin van het leven in je voelen groeien.
Het is een parel, uit Gods hand gevallen, met je zorg omringen.
Niet lachen om een kindertraan en woorden in je hart kunnen bewaren.
Moeder zijn is liefhebben, geloven in het leven, geloven in het goede.
Het is antwoorden op vele vragen en dromen kunnen raden.
Het is veel zien en nog meer zwijgen, een kloppend hart zijn voor het zoekende kind.
Moeder zijn is vertrouwen op de toekomst, kijken naar de verte.
Het is goed zijn en wijs.
Moeder zijn is kinderen ”groot” brengen, tot zichzelf brengen,
om ze dan, met veel pijn in het hart, los te laten,
op weg te zetten en ze te laten gaan.
Moeder zijn is afscheid nemen en afstand doen.
Het is de kinderen toevertrouwen aan het leven, aan henzelf en aan God.
Het is het stukje van de schepping
dat wij bij hun geboorte voor een tijdje hebben gekregen
weer bij de Schepper brengen.
De parel uit Gods handen gevallen,
weer toe te vertrouwen aan Zijn handen.
Pastoraal werkster Giny v.d. Korput